Verzorging

Zoals alle organismen hebben planten behoefte aan vocht en voedsel.
De meeste planten halen vocht en voedsel (mineralen) via de wortels uit de grond.
Vleesetende planten echter hebben zich over het algemeen aangepast aan een voedselarme
grond. De wortels van deze planten nemen slechts (veel)vocht op, zonder voedsel. Hierdoor is
deze plantengroep gedwongen om voedsel ergens anders weg te halen. De planten hebben
zich hierop toegelegd op het vangen van insecten om zo toch aan de broodnodige mineralen te
komen.
Vleesetende planten hebben over het algemeen veel water nodig om de verteringssappen op
peil te houden. Vergelijkbaar; de mens heeft eveneens veel water nodig om zo het maagzuur
op peil te houden. Immers het “maagzuur” in de bekers van de bekerplanten en de druppels
van de zonnedauw verdampen continue, dit vocht dient dan ook constant aangevuld te
worden. Vandaar dat de meeste vleeseters erg veel vocht gebruiken. Overigens bevat ons
maagzuur evenals het maagzuur van veel vleesetende planten enzymen die eiwitten afbreken,
evenals (nuttige) bacteriën die de voedingsdelen helpen afbreken. De afvalstoffen van de
bacteriën worden door de plant als bereikbare voedingsstoffen opgenomen. Een aantal
vleesetende plantensoorten zijn volledig afhankelijk van bacteriën in het maagzuur, deze
planten beschikken niet over enzymen. Deze groep duiden we vaak aan als “half-carnivoren”.
Overigens worden alleen de weke delen van de insecten verteerd, de buitenkant van de
insecten zijn onverteerbaar en blijven achter.
Over het algemeen (90%) geldt dat vleesetende planten groeien op natte mineraal- en kalkvrije
gronden(turf of veen). In de natuur komen deze gronden voor in de vorm van moerassen en regenwouden.
Een kalkarme grond die wij in Nederland kennen is hoogveengrond. Veen bestaat uit vele
lagen afgestorven veenmos. In gedroogde vorm wordt dit Turf genoemd.
Een veenmossoort dat uitermate geschikt is voor vleesetende planten is sphagnummos.
Om de (verterings)sappen in de plant te circuleren en voor sommige vleeseters om de
“spieren” te kunnen gebruiken is zonlicht nodig. Door middel van zonlicht nemen de wortels
vocht op uit de grond. Bij weinig zonlicht zijn de wortels niet in staat om veel vocht op te
nemen. Staan de wortels dan toch in de natte grond, dan kunnen ze verrotten. Houdt dus de
volgende richtlijn in acht: hoe meer zonlicht hoe meer vocht in de grond en vice versa.
In een gematigd klimaat als Nederland, zijn er ’s winters geen of erg weinig insecten. Het
heeft voor de vleesetende plant geen zin om “in vol ornaat” te blijven wachten op insecten.
Efficiënt als deze plantengroep is, zullen de vallen in de winter verdwijnen. Zij verdrogen.
Vaak worden alleen nog maar blaadjes gemaakt om toch aan noodzakelijk zonlicht te komen.
Het is dus normaal dat de planten in de winter verdorren en/of alleen blaadjes maken. Een
aantal planten verdort zelfs totaal en komen in de lente weer opnieuw op uit de ondergrondse
delen.  Wanneer de bekers van de vleesetende planten vol zitten met insecten, is het voor de
plant niet mogelijk om naar het “toilet” te gaan. In plaats daarvan sterft de beker af en wordt
weer een nieuwe aangemaakt. Het is dus normaal dat er ook in de zomer continue “volle”
bekers afsterven.
Als er weer nieuwe bekers aan worden gemaakt heeft de plant het naar zijn zin.
De plant is niet gezond als er ’s zomers bekers afsterven zonder dat er nieuwe bekers aan
worden aangemaakt.
Gebruik alleen regenwater, gedemineraliseerd water of gedestilleerd water. Gekookt
drinkwater nooit gebruiken, hierdoor slaat weliswaar een deel van de kalk neer op de bodem
van de pan of fluitketel maar de overige ongewenste mineralen blijven in het water aanwezig,
dus blijft het ongeschikt.
Drinkwater bevat kalk en veel mineralen, wat los van overige problemen wortelrot kan
veroorzaken.

Maak jouw eigen website met JouwWeb